- Het kabinet wil zogenoemde piekbelasters die stikstof uitstoten vanaf het tweede kwartaal van volgend jaar aanbiedingen gaan doen voor het uitkopen van bedrijven.
- Als er te weinig animo is om vrijwillig te stoppen wordt gekeken naar gedwongen uitkoop, aldus minister Van der Wal.
- Verder wil het kabinet in het eerste kwartaal van volgend jaar een bredere overeenkomst sluiten met boerenorganisaties over verduurzaming van de landbouw.
- Lees ook: Boeren uitkopen met zak geld van ruim €7 miljard is ‘onrealistisch’, aldus Planbureau Leefomgeving
Volgend najaar moet blijken of er genoeg animo is voor de eenmalige stikstofregeling voor vervuilende veehouders om te stoppen. Dit aanbod aan zogenoemde piekbelasters gaat in april 2023 open, en in het najaar moet blijken of de stikstofdoelen daarmee worden gehaald. “Zo niet, dan zal met pijn in het hart overgegaan moeten worden” tot dwang, en gedwongen uitkoop van piekbelasters, meldt stikstofminister Christianne van der Wal.
Piekbelasters zijn (boeren-)bedrijven die relatief veel stikstof uitstoten in de buurt van kwetsbare natuurgebieden. Zij moeten veel minder stikstof gaan uitstoten, ook omdat er dan ruimte komt om vergunningen te verlenen aan boeren die buiten hun schuld om illegaal boeren.
Deze zogenoemde PAS-melders mochten volgens het oude beleid hun bedrijf oprichten of uitbreiden met alleen een melding, en dus zonder vergunning. Maar dat beleid is door de Raad van State onrechtmatig verklaard. Het kabinet wil de PAS-melders snel legaliseren, anders volgen mogelijk boetes, terwijl zij volgens de toen geldende regels hebben gehandeld.
VVD-bestuurder Johan Remkes kwam vorige maand dan ook met het advies om de stikstofuitstoot van de grootste piekbelasters zo snel en gericht mogelijk flink te verlagen. Dat kan volgens het kabinet ook door te innoveren, te verplaatsen en “vergaand om te schakelen” naar een groenere vorm van landbouw die minder effect heeft op de natuur. Een aantal piekbelasters zal moeten stoppen. “Uitgangspunt van de gehele aanpak is en blijft vrijwilligheid”, benadrukt Van der Wal daarbij opnieuw.
Het stikstofprobleem draait eigenlijk om twee stikstofverbindingen: stikstofoxiden en ammoniak. De landbouw stoot vooral ammoniak uit, stikstofoxiden komen vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen. Dit gebeurt onder meer in het verkeer en in de industrie. De natuur heeft stikstof nodig, maar een veel te hoge neerslag zorgt voor aantasting van kwetsbare natuur, met in in sommige gevallen verzuring van de bodem en verlies aan biodiversiteit.
Volgens het oude systeem, het Programma Aanpak Stikstof (PAS), mocht stikstof worden uitgestoten voordat maatregelen worden genomen om de kwaliteit van de natuur te verbeteren. In 2019 oordeelde de Raad van State dat hiermee de Europese regels over het beschermen van beschermde Natura 2000-gebieden niet worden nageleefd.
Het kabinet wil ook in andere sectoren de stikstof verminderen. Landbouwminister Piet Adema zei bij zijn aanstelling vorige maand dat de nadruk te veel op de boeren ligt in het stikstofdossier. Het kabinet wil met de vijftig grootste stikstofvervuilers in de industrie afspraken maken over strengere regels voor vergunningen en snellere verduurzaming.
Minister wil in eerste kwartaal 2023 deal sluiten met boeren over verduurzaming landbouw
Het landbouwakkoord dat het kabinet wil sluiten met boeren, natuurorganisaties, medeoverheden en andere partijen in de keten, moet leiden tot afspraken waarmee boeren tot 2040 een omslag kunnen maken naar een groenere sector.
Er komt alvast geld vrij voor boeren die op korte termijn de omslag naar natuurinclusieve en groenere landbouw willen maken: 226,6 miljoen euro, waarvan een flink deel (64 miljoen) naar "onafhankelijk advies aan individuele ondernemers" gaat.
De betrokkenen krijgen tot 2040 om "met rust en vertrouwen" naar de doelen toe te werken zoals die zijn gesteld voor natuur, klimaat en water. Landbouwminister Piet Adema wil het akkoord sluiten in het eerste kwartaal van 2023, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.
Het kabinet volgt met het landbouwakkoord de aanbevelingen van VVD-prominent Johan Remkes, die vorige maand advies uitbracht. Met het akkoord hoopt het kabinet boeren meer perspectief te geven, en in gesprek te blijven met boeren, die de afgelopen maanden met hun protesten regelmatig het land ontregelden.
De voorganger van Adema, Henk Staghouwer, kondigde in juni van dit jaar overigens al aan dat 'ketenpartijen', zoals voedselverwerkers en supermarkten, een half jaar de tijd krijgen om afspraken te maken over de voedselprijs. Anders zou wetgeving dreigen, zei het kabinet toen. Adema zegt nu ook met de keten afspraken te maken in het akkoord. Wettelijke maatregelen blijven wel nog boven de markt hangen, waarschuwt de minister.
Fors lager verbruik van drinkwater nodig
Bedrijven en burgers moeten maar liefst 20 procent minder drinkwater gaan gebruiken, kondigde minister Mark Harbers van Waterstaat vrijdag aan. Dat is een van de maatregelen waarmee het kabinet komt om op de langere termijn om te gaan met droogte als gevolg van klimaatverandering. Ook moet Nederland beter bestand worden tegen wateroverlast.
Daarom moet er bij de inrichting van Nederland en het verdelen van de toch al schaarse ruimte meer rekening worden gehouden met de gevolgen voor water. Dat heeft niet alleen consequenties voor de bouw, maar ook voor de landbouw en de inrichting van steden en dorpen.
Afgelopen zomers moest het kabinet al ingrijpen op de korte termijn, omdat er sprake was van extreme droogte. Met deze regels wil het kabinet kaders afspreken zodat bij allerlei besluiten ook rekening wordt gehouden met de gevolgen voor het water. Belangrijk is ook dat er zuiniger moet worden omgegaan met water, vindt het kabinet. Behalve de besparing van 20 procent, wil Harbers minder lozingen van koelwater, om de kwaliteit te waarborgen.
Eerder lekte al uit dat het grondwaterpeil omhoog moet. Dat moet het zakken van de grond bij droogte tegenhouden, én de uitstoot van broeikasgas koolstofdioxide (CO2) beperken. Boeren hebben al aangegeven zich zorgen te maken over de gevolgen. Een hoger grondwaterpeil zorgt voor drassige grond, en dat kan boeren in de weg zitten. Om een antwoord te hebben op droogte, dat vaker kan voorkomen door de opwarming van de aarde, moet ook meer zoetwater worden opgeslagen in voorraden.
Tegelijkertijd moet Nederland beter om kunnen gaan met wateroverlast. Mede daarom komen er regels om een minder groot deel van de bodem te bedekken met tegels of straatstenen. Als de bodem bedekt is, kan die minder water opnemen en opslaan.
Ook de toch al schaarste bouwlocaties worden beïnvloed door de plannen van het kabinet. Dat wil niet meer bouwen op "plaatsen die we later nodig hebben voor het bergen en afvoeren van water, zoals in de diepste delen van diepe polders en in de uiterwaarden van rivieren".
"We lopen nu steeds meer tegen de grenzen aan, vanwege het intensieve gebruik en de klimaatverandering", legt Harbers uit. Daarom zijn nu ingrijpende keuzes nodig, aldus de bewindsman.